Via onderstaande stappenstructuur kan een procesbegeleider richting geven aan het proces.
Beginsituatie van de school in kaart brengen (0-meting)
Waar staat de school op dit moment? Bijvoorbeeld:
In kaart brengen van de huidige situatie (binnen het bestuur, de school, de bouw).
Visie, verantwoording en doelen
Bij de visievorming is het van belang dat de leerkrachten van de school nadenken over de onderstaande vragen. Uiteraard is het globale doel van dit project het dynamisch(er) maken van de schooldag.
Is het voor iedereen duidelijk wat een dynamische schooldag inhoudt?
Wat zijn de doelen/beweegredenen om een schooldag dynamischer te maken?
Staat – voor iedereen – achter het invoeren van een (meer) dynamische schooldag?
Wat zijn de voordelen en wat de consequenties of mogelijke nadelen...
Hoeveel draagvlak is er binnen het team? Waarvoor is (geen) draagvlak?
Wat zegt de wetenschap?
De procesbegeleider stelt aan de hand van gesprekken/interviews de huidige situatie als de behoeften vast.
Let op: er kunnen grote verschillen zijn tussen leerkrachten. Het is goed dat deze verschillen in kaart zijn gebracht en niet onder water blijven.
Een prettig instrument hierbij kan de scan zijn van het lectoraat BIOS (HvA).
Stap 3
Hoe wordt er gestart op een school?
Bij het starten van een meer dynamische schooldag kunnen - op basis van de behoeften en wensen van het team - verschillende accenten gelegd worden. Soms zijn deze per bouw/leerkracht verschillend. Als bij Stap 2 de behoeften en wensen nog niet goed naar voren zijn gekomen: inventariseer dan vooraf wat de belangen en belemmeringen van verschillende betrokkenen zijn. Met name leerkrachten, IB en directie, maar kinderen en ouders spelen uiteraard ook een rol.
Op de meeste scholen is het zinnig om met een inspirerende en informatieve studiedag(deel) te starten. Niet alle leerkrachten hebben een goed beeld van de mogelijkheden. Bij voorkeur is dit een bijeenkomst die theorie en praktijk in elkaar laat overlopen. Bedenk op welke wijze groep 1 en 2 worden meegenomen in dit proces (zie opmerking hieronder). Wie geeft deze workshop? Wordt dat gedaan door de werkgroep die gevormd is? Wordt er een externe partij gevraagd om deze opstart – in overleg - vorm te geven?
Aan het einde van deze studiedag (of kort daarna) kunnen onderstaande beslissingen worden genomen.
Wie gaan het proces leiden?
Uiteraard heeft de procesbegeleider een centrale rol in het veranderings- en implementatieproces, maar het verdient aanbeveling om een grotere groep te vormen. Een werkgroep Dynamische Schooldag. Afhankelijk van de schoolgrootte nemen hier 3 – 6 leerkrachten in plaats. Bij voorkeur een vertegenwoordiging uit alle bouwen en een rol voor IB-er en directie.
Op sommige scholen bestaat – terecht – een werkgroep Spel en Beweging, die zich bezighoudt met de lessen bewegingsonderwijs, schoolplein, MRT, naschools-aanbod en sportdagen. Deze groep kan betrokken worden bij de werkgroep Dynamische Schooldag, maar o.i. wordt een toevoeging van het thema dynamische schooldag aan deze groep te zwaar.
Wie gaan er starten?
Voorbeeld:
Hele school Verbeteren van de speel en beweegmogelijkheden op het schoolplein
Kleuterbouw Verdiepen van buitenspelen (koppelen aan doelen)
Middenbouw Bewegend rekenen
Bovenbouw Klasseninrichting meubilair
Waar wordt mee gestart?
Op welke manier wordt er gestart?
Er wordt door de school een keuze gemaakt welke accenten worden gelegd en welk tijdspad daarvoor wordt uitgestippeld.
Bijvoorbeeld, De Vrijbuiter in Buitenplaats wil meer buitenlessen gaan geven. Het doel is om in het volgend schooljaar (gemiddeld) drie keer in de week een half uur buiten les te geven. Er is een schooljaar uitgetrokken om dit doel te behalen.
A. Welke vakgebieden of activiteiten willen we buiten gaan aanbieden?
B. Welke kennis is in school aanwezig
C. Zijn er al lessen/lesideeën ontwikkeld?
D. Welke bronnen kunnen gebruikt worden?
E. Welke mogelijkheden zijn er op het plein. Denk aan:
F. Welke materialen zijn er aanwezig in school?
Denk aan loepjes, netjes, determinatiekaarten. Maar ook aan opdrachtkaartjes, sommen e.d.
Maak een plan (wie doet wat, wanneer en in welke volgorde) en maak een planning
- Korte termijn planning, doelen en scholing voor komend schooljaar
- Lange termijn planning, doelen en scholing voor komende vijf jaar
- Tijdlijn korte termijn (schooljaar)
- Tijdlijn lange termijn (5 jaar)
Voorbeeld van een globale lange termijnplanning van Het Lichtpunt in Rhoon (link naar pdf) . Elk genoemd punt is toegewezen aan verantwoordelijken en heeft een preciezere tijdlijn.
Verdiep je eventueel in de implementatiestrategieën van Knoster, Lencioni en Daniel Kim en het communicatiemodel van Leary.
Uitvoering (van een deel van het plan)
Tweetallen of groepjes leerkrachten bereiden gezamenlijk lessen/lesdelen/energizers voor, evalueren deze en stellen bij. Bij voorkeur onder supervisie van de procesbegeleider en/of de werkgroep. Ook externen kunnen dit proces van kwaliteit voorzien.
Documenten en materialen worden handig en overzichtelijk (digitaal) opgeborgen.
Evaluatie (1-meting)
Na een afgesproken periode vindt de evaluatie plaats.
Bij voorkeur op dezelfde wijze als de 0-meting heeft plaatsgevonden.
De werkgroep verzameld de evaluatie, bespreekt deze en presenteert/rapporteert deze aan het team. Met suggesties voor bijstelling en /of verandering.
Hoe verder en borging in beleid
Gezamenlijk besluiten over bijstelling of verankering zijn weer het startpunt van een nieuwe cyclus (vanaf stap 4).
De delen die volledig zijn opgenomen/geïntegreerd in het programma worden verankerd in het curriculum/beleidsplan.